Egon Jansen (TNO) over update SIOM:

“Of er extra installaties nodig zijn, rolt zo uit het systeem”

Jarenlang waren het vooral ofwel ‘standaard’ glazen Venlokassen ofwel ‘standaard’ foliekassen die internationaal voor telers werden neergezet op de meest uiteenlopende locaties.

Inmiddels is de kas een maatpak geworden en kom je ook steeds vaker specifiek ontworpen kassen tegen, waarvoor diverse kassenbouwers eigen concepten hebben ontwikkeld.

 

Inzicht in een waterkringloop in SIOM

Om kassenbouwers de kans te geven voorafgaand aan de bouw alvast te simuleren hoe de kas gaat functioneren, ontwierp TNO, in opdracht van de stichting Hortivation, het kasmodelleringsprogramma SIOM. In week 28 wordt daarvan een nieuwe versie opgeleverd, met de mogelijkheid om ook voor semi-gesloten kassen zo’n digitale simulatie te doen.

Met het programma kunnen bedrijven die een licentie van de stichting Hortivation hebben verkregen, een optimale kas ontwerpen afgestemd op de locatie. Egon: “Dit geeft hen een kennisvoorsprong en is een belangrijke trigger om bij potentiële opdrachtgevers aan tafel te komen.”

Een andere nieuwe ontwikkeling is de ontwikkeling van een GeoKas database. Publiek beschikbare data over o.a. klimaat, energie en andere belangrijke informatie welke belangrijk is voor het ontwerp van een kassencomplex komt met één druk op de knop beschikbaar in zowel SIOM als kassenbouwontwerpprogramma CASTA. “Hierdoor kan in het ontwerp nog meer rekening gehouden worden met lokale factoren die het ontwerp kunnen optimaliseren in zowel technisch als ook economisch vlak.”

Fouten voorkomen
Egon Janssen, de glastuinbouwman binnen TNO, vertelt dat er al zeven jaar aan SIOM wordt gewerkt. De tool wordt door dertien kassenbouwers gebruikt. Simuleringsoftware is niet nieuw. Ook Wageningen University & Research heeft een simulatiemodel: Kaspro. “Dat systeem wordt veel door onderzoekers gebruikt”, weet Egon. “Voor ‘standaard’ kassen maken kassenbouwers gebruik van SIOM. Dit systeem is praktijkgericht en helpt hen een kas te ontwerpen en in te richten voor een teelt waar ook ter wereld. Mocht het ingewikkeld worden, dan kunnen wij bijspringen en als het écht te ingewikkeld wordt, dan zijn er altijd nog Kaspro en de specialisten van de WUR.”

Door te simuleren voorkomt de ontwerper fouten. “De software maakt het mogelijk digitaal een heel jaar een teelt te draaien, waardoor je kunt zien of alle installaties berekend zijn op de wensen van de teler en de klimaatinvloeden op die locatie.”

Tegelijk met de nieuwe update van SIOM wordt ook software toegevoegd die de hele waterkringloop in de kas simuleert. “Hoe de waterbalans is en of er bijvoorbeeld extra waterbassins of osmose-installaties nodig zijn, rolt zo uit het systeem.”

Beter vergelijken
Het invoegen van semi-gesloten kassen in het kasmodellerings-programma van TNO werd gedaan op verzoek van de SIOM-stuurgroep. Daarin zitten 5 van de 13 bij Stichting Hortivation aangesloten kassenbouwers, allemaal SIOM-gebruikers. “Zij bepalen wat de ontwikkelagenda wordt en de semi-gesloten kas stond, gezien de groei in die markt, hoog op de agenda.”

Tot nu toe werden er uiteraard ook al zelf simulaties en calculaties uitgevoerd door een aantal kassenbouwers. “Daarvoor hebben zij echter allemaal een eigen systeem met een eigen rekenaanpak. Dat betekende dat wanneer een investeerder offertes aanvroeg, er soms afwijkende antwoorden kwamen op dezelfde vraag. Op zich geen probleem, want ook met de update van SIOM kan dat, maar nu is in ieder geval de manier van rekenen hetzelfde. Die standaardisatie maakt het mogelijk beter te vergelijken, terwijl uiteraard iedereen altijd nog zelf een eigen strategie kan volgen.”

Alle data bijeen
Bij het ontwerpen van een kas komt steeds meer data kijken. Om ervoor te zorgen dat kassenbouwers daarvoor niet zelf van over de hele wereld informatie digitaal bij elkaar moeten schrapen, werkt TNO in het project GeoKas database aan een database waarin publieke data over o.a. klimaat en energie met één druk op de knop opvraagbaar worden vanuit één database. Dit project wordt door TNO uitgevoerd in opdracht van de stichting Hortivation.

Egon legt uit hoe dat werkt. “Simpelweg de GPS-coördinaten van een locatie intypen volstaat straks om informatie te krijgen in bijvoorbeeld historische neerslagdata op die plek, maar ook in de aanwezigheid van industrie. Ook daar moeten kassenbouwers rekening mee houden tegenwoordig, want een nabijgelegen industrieel complex kan telers van waardevolle restwarmte en CO2 voorzien.”

Of die mogelijkheden er zijn, is op zich nog niet zo ingewikkeld uit te zoeken. Maar de bedoeling is dat het systeem direct ook inzage geeft in emissiedata van zo’n complex, waardoor de kassenbouwer maar ook de teler of investeerder zelf kan zien of de bron ook echt van waarde kan zijn.

Toekomstdroom
Het aantal beschikbare publieke datasets groeit wereldwijd nog steeds hard. Dat maakt het een flinke klus om alles bij te houden. “Niet in alle landen is alle informatie al beschikbaar, maar bijvoorbeeld meteodata is wereldwijd goed toegankelijk en ook satellietdata heb je veel.” Een potentiële extra bron van informatie is de metadata die verzameld wordt door o.a. Google Maps. Denk hierbij aan beschrijvingen van foto’s van locaties. “In ons toekomstbeeld krijgt de kassenbouwer alle relevante informatie over een bouwlocatie en over hoe de kas ingepast kan worden in de regio op een presenteerblaadje aangereikt”

Dat laatste is ook is precies de rol van de stichting Hortivation, voegt Lindy van der Drift namens AVAG/Hortivation toe. “Samenwerken in de pre-concurrentiële fase. De hele sector heeft behoefte aan dezelfde info. Waarom dan niet gezamenlijk deze data ontsluiten?”